De dagen en de weken gaan weer eens te snel. - Vrijdagen stonden in het teken van dagdromen en verf, dat koud druppelend een weg vond over mijn blote lichaam. Vrijdagen zijn namelijk dagen dat je beseft dat het bijna weekend is, dat je fijne dingen doet met fijne mensen, afgelopen vrijdag was zo'n dag. De hele middag was ik bij Irma, experimenteerden we met verf, tl licht en glitterend papier. Later nam ik een warme douche, om het ergste wat van mijn lichaam af te halen/ haalde we pizza en zaten uren kletsend op het dak met een wit biertje erbij, ondertussen stiekem foto's aan het editen. Later zat ik in de trein, met een jurkje aan en blote benen die nog steeds sporen van verf vertoonde. 
Donderdagavonden zijn voor dansjes (meestal). Afgelopen donderdag was geen uitzondering en die avond was mijn kamer gevuld met 10 meisjes. Soepkommen leende ik bij C en deze soepkommen en mijn eigen soepkommen werden gevuld met courgette soep. We aten er nog stokbrood bij en dronken  wijn. Terwijl de zon langzaam uit ging, gingen er meer kaarsjes aan in mijn kamer. Rookten ze stiekem sigaretjes op de brandtrap en klommen de dappersten nog op het dak, waar je stiekem het mooiste uitzicht over Rotterdam hebt. Toen het tijd werd dat de laatste trein zou rijden, vertrok de helft alvast richting de plaats waar we dansjes zouden gaan doen. Ik bleef nog met de chicks die ook in zuid wonen, en wij vertrokken later op de fiets - met een spa fles gevuld met wodka. De rij was lang, de tijd om naar binnen te komen nog kort. Gelukkig kan je ook via de achterkant naar binnen glippen en dat was dus wat we deden. Om vervolgens nog heel lang in de 'tuin' te blijven zitten, waar je in de hottub kan springen en waar je rustig je flesje spa leeg kan drinken. Als het buiten koud begint te worden, wordt het tijd voor dansjes binnen. Op de foute liedjes dansen wij onze foute dansjes. We dansen tot dat het stil begint te worden en vertrekken als het buiten warm begint te voelen. Onderweg halen we patat en burgers en smikkelen dit op - beseffen dat het laat is, en beginnen de uren slaap te tellen voordat de wekker weer zal gaan. Merel besluit bij mij te blijven slapen en als ik mijn wekker zet voor de volgende dag besef ik dat ik 2 uur 36 minuten heb, vanaf dat moment. Die ochtend word ik zelfs al voor de wekker wakker, het zijn de zonnestralen die al langzaam over mijn gezicht strijken - Merel slaapt nog en zij heeft een uurtje extra. Ik glip langzaam mijn bed uit, pak een kom waar de avond daarvoor courgette soep in heeft gezeten en spoel hem om, ik vul de kom met yoghurt en lepel het langzaam op. Doe een jurkje over mijn hoofd en laat het water koken voor wat thee. Dan kom ik C tegen, beland in zijn kamer en daar drinken we gezamenlijk onze thee. Als hij vertrekt heb ik nog een kwartier - ik maak Merel wakker en geef haar een kommetje yoghurt - zit naast haar op bed en praten nog even over school, uitgaan en vrienden. Dan vertrek ik richting school en geef haar mijn sleutels - Als ik de deur achter mij dicht trek besef ik hoe fijn het leven kan zijn, met iets van 2 uur slaap en een hoofd dat er voor die 2 uur slaap prima uit ziet vertrek ik naar school - school is voor dagdromen. 
Het is ondertussen al weer weken geleden, maar hier in de leegte raakte ik mijzelf kwijt en vond ik mezelf weer - om mezelf vervolgens een tijdje niet meer kwijt te raken. 

Twee lieve ogen bekeken mij aandachtig toen ik de herberg binnen kwam, "Jij lust nu wel wat thee" Ik knikte en liet me een paar minuten later thee door hem inschenken. Maar veel tijd om mijn thee op te drinken was er niet, er werd mij een fiets gegeven en op dat moment wist ik, dat ik liever in de leegte en stilte verdween om alles vast te leggen, dat was wat ik zou moeten doen. Voor een paar uur fietste ik rond, op dit moment zou ik niets kunnen missen, ik zou nu alles moeten zien, opzoek naar verhalen, verhalen die aan het wachten waren om opgegraven te worden. Maar ik besefte dat verhalen voor mij ontstonden in de tijd - dat de tijd niet stil stond en dat ik erachter aan zou blijven fietsen. Ik besloot naar het wad te lopen, zoekend naar de tijd. En daar opeens kwam er een man op mij aflopen, of ik met hem mee ging om lamsoren te plukken, ik volgde hem, klom over hekken en belandde steeds dichter bij de zee. Daar plukte hij lamsoren voor mij en ik proefde de zee. Deze man liet mij beseffen wie ik was, ik ben dat meisje dat altijd, iedereen, overal maar volgt - naïef misschien, dom misschien. En ik vind het helemaal niet erg, misschien wil ik dat meisje juist heel graag zijn. Die avond bespreek ik mijn dag met de twee lieve ogen en de vrouw met de vrolijke lach - 's Avonds besluit ik dat ik meer avontuur wil en sluip ik de herberg uit - het is donker en het regent. Ik maak foto's en geniet van de stilte, er is niets meer dan druppels die vallen in waterplassen die steeds groter worden. Als ik midden in de nacht terug kom in de herberg kruip ik onder de dekens op de bank, verstopt in mijn eigen wereld, een wereld die ik niet kwijt wil raken. 
Deze avond sneed ik pompoenpitbrood, een beetje onhandig, jij kookt het water een maakt de thee. Het is zo fijn om elkaar weer te zien, na een paar dagen mis ik je al - hoewel ik heel graag afstand van je houd, voor jou en voor mezelf. Maar tegen de manier hoe je vanavond vroeg of ik langs wou komen, kon ik geen nee zeggen. De grote schram op je rechter wang trekt bijna nog meer aandacht dan die blauwe ogen van je, waar ik normaal alleen maar oog voor heb. We knabbelen van het brood en wachten tot dat de thee wat kouder is - ondertussen praten we elkaar langzaam bij over de gemiste dagen uit elkaars leven. Soms vraag ik me af wat er mis is gegaan, waarom we steeds één stap naar voren zetten om vervolgens twee stappen achteruit te doen, als het er niet meer zijn. Als de woorden zijn verteld en de lucht donker begint te worden, nemen we langzaam afscheid van elkaar - jij rent naar de winkel ik doe lippenstift op. Als je weer thuis komt zeg je tegen mij dat de kleur mij mooi staat en wens je me veel plezier, maar op dit soort momenten hoop ik dat je me tegenhoud en vraagt of ik alsjeblieft blijf, maar jij vraagt het niet en ik blijf niet.

Onderweg op de fiets raak ik verdwaald in Rotterdam, altijd weer. Uiteindelijk denk ik in de goede straat te zijn, maar blijk ik verkeerd te zijn. Als ik het uiteindelijk heb gevonden, drinken we champagne en vertrekken richting het feest. Het is nog vroeg, we blijven nog even buiten zitten tot dat onze armen koud worden, kippenvel zichtbaar wordt en de mensen binnen dansen. Daar kom ik al dansend een jongen tegen, we raken elkaar dansend kwijt en vinden elkaar uiteindelijk weer. Die nacht/ ochtend laat hij mij het mooiste uitzicht zien. Ergens op een 16e etage aan de Maas. Ik volg hem trappen op en af - tot dat we ergens buiten staan, waar de wind zachtjes langs onze wangen blaast en waar ik naar beneden kijk en besef hoe hoog we staan. Die ochtend word ik wakker in zijn armen, de warmte die van zijn blote lichaam komt voelt fijn tegen dat van mij aan - hij fluistert lieve dingen in mijn oor en langzaam rollen er tranen over mijn gezicht, hij kust ze weg en houdt me nog stevigere vast, dit is een jongen die ik zo graag leuk zou willen vinden, maar het lukt me niet. Het is de man waar ik de avond daarvoor pompoenpitbrood mee at, die ik leuk vind. Alleen zullen wij elkaar nooit echt vinden, want wij raken elkaar altijd weer naar de avond kwijt.
Het was iets nieuws, foto's maken voor een mega groot zwart doek, op de camera bleek alleen een zwarte ruimte te bestaan, in het echt waren er tafels gevuld met kleding, laptops, en emmers verf (en nog allemaal andere dingen, aangezien het een opslag ruimte is van school) oh en er stond een ladder, die later goed van pas kwam - toen ik op de ladder ging staan en foto's vanuit een ander perspectief aan het maken was, met een beetje gevaar wel, met alle kabels en flitsers en benen. Het was een fijne dag - samen met Maartje en Puck hadden we namelijk deze 'prachtige' onderbroek gemaakt van as, zodat je later geen urn in huis hebt staan maar je lief kan dragen (of je oma). 

ps. Ik heb al lang niet meer geschreven, dat ga ik wel weer doen
pps. De asonderbroek is wel met een knipoog gemaakt
ppps. We gebruikte as vanuit de houtkachel, geen oma's dus.
Vorige week bestond uit stress, dagen op school tot dat de deuren sloten en wijn. Waar ik moet beginnen in dit verhaal weet ik niet, misschien komt het ooit ook in flarden voorbij. Misschien ook wel nooit of een beetje. Want sommige dingen zijn misschien te mooi om te vergeten. Hoe flessen wijn werden gevonden in de kelder van school (en we namen er een paar mee), hoe we tot 's avonds laat aan het printen waren en dat er dan ook nog een echt boekje gemaakt wordt, hoe de eerste blote benen een feit waren (en de ongemakkelijke momenten, want hoe moet je zitten - wil je niet je onderbroek aan de hele wereld tonen?), hoe ik weer uren tussen zijn was inzat en hoe blote buiken voelen tijdens een knuffel. Ongeveer komt het allemaal wel weer eens terug.

17 februari '15
In de ochtend smeer ik veel make-up op mijn gezicht, naja ik doe een rode lippenstift op. Het voelt alsof ik de wereld aan make-up draag. Het compenseert de wallen onder mijn ogen een beetje. Op school sta ik uren in de doka - ik luister er muziekjes en ben er alleen. Het is zo fijn. In de avond volg ik mijn keuzevak - het gaat over hoe we in de toekomst dingen zien. Wat voor nieuwe dingen er ontwikkeld gaan worden in de toekomst. Het klinkt interessant en ik ben enthousiast. 

C en ik besluiten te gaan zwemmen, we vertrekken een paar minuten later op de fiets. Het is al donker en we volgen kleine smalle weggetjes langs een pad dat wordt verlicht door een paar lantaarnpalen. Af en toe zien we een slootje, er komt damp vanaf - vertellen elkaar hoe mooi het lijkt. We lijken wel kinderen deze avond, kinderen die alles voor het eerst zien. Bij het zwembad aangekomen, blijken we niet de enigste te zijn die graag in de avond zwemmen. Er zijn veel middel bejaarde stelletjes. En het lijkt alsof er geen baantjes worden gezwommen. Af en toe botst er iemand tegen je aan - maar het maakt ons niet uit. We praten tijdens het zwemmen, af en toe stoppen we, hangen we aan de reling. Het zwembad gaat dicht en wij zijn de laatste die vertrekken. We fietsen terug, jij met je muts op. Ik met mijn natte haar in een knot. In het straatlantaarn licht zie ik een druppel over je gezicht druppelen. En ik bedenk dat jij het mooiste wezen bent, hier op dit moment.

Die avond zitten we nog uren bij elkaar, tot dat de ochtend bijna weer inzicht komt en onze tanden moeten worden gepoetst. Daar staan we dan, alweer, samen onze tanden te poetsen. Ik wil je woorden zeggen, maar de woorden komen maar niet uit mijn mond. Ik ben benieuwd hoe lang het gaat duren voordat deze woorden eruit kunnen komen. De deuren gaan dicht.
De zonnestralen maken mij deze ochtend wakker, geen idee hoe laat het is, blijf ik nog even heerlijk liggen - mijn bed heeft namelijk echt het fijnste plekje in mijn huisje - en de schaduwen die op mijn lichaam en op de muur verschijnen, blijven altijd zo bijzonder. Ik trek een trui over mijn hoofd (veel te groot, want dat is fijn) en begin me voort te bewegen in mijn kamer, niets gaat boven luie ochtenden, met jus d'orange, brood en fruit - vooral niet als je alleen een onderbroek draagt en die trui die veel te groot is, ja zulke ochtenden zijn fijn (oké, stiekem zijn ze nog fijner met hem/ maar dat komt ooit wel weer eens - het is goed zo) 

Gisteren verdwaalde ik in de avond - met laag hangende zon (want wow, wat blijft het toch lang licht)  Op weg naar vriendin I, om heerlijk te eten - lijk ik altijd de weg kwijt te raken. Het was niet erg dat ik een heel rondje ben omgefietst, want iedereen zag er zo gelukkig uit en het zonnetje scheen ook zo ontzettend fijn. We maakten wraps met falafel en aubergine - het was zo lekker, om je vingers bij af te likken. Een huisgenootje van I at ook mee, en het was hartstikke gezellig. We dronken wijn en hadden het over warm of koud douchen, de idealen van deze samenleving - en hoe worden wij daar eigenlijk door beïnvloedt, over het altijd anders kijken en over kleine kinderen die ineens zo volwassen lijken ? Later stapten we over naar thee, zelfgemaakte thee met limoen - avonden als deze zijn fijn, waarin je de zon onder ziet gaan, uren voorbij vliegen en bedenkt dat je ooit weer eens naar huis moet vertrekken - een beetje giebelend van de wijn kwam ik thuis - maar alles moest zo zachtjes want al mijn huisgenoten sliepen al (en dan is het lastig dat er geen licht meer brand, want het sleutelgat vinden, is dan lastig). Daarna viel ik in een fijn slaap.